Vergunning voor hockeyvelden Herakles op Capenberg goedgekeurd
De gemeente Boechout heeft recent een vergunning verleend aan Royal Herakles Hockey Club voor de aanleg van nieuwe velden en de renovatie van een voormalige tennishal op de site Capenberg. Volgens het gemeentebestuur voldoet dit project aan het Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Capenberg, waardoor er geen openbaar onderzoek nodig was.
Het RUP legt echter strikte voorwaarden op: maximaal 30% van het terrein mag bebouwd worden, terwijl de rest als groene ruimte moet worden ingericht. Uit een eerste analyse blijkt dat de totale verharding van het terrein, inclusief de velden en voorzieningen, mogelijk 47% bedraagt. Dat is een toename van de verharding met maar liefst 60% t.o.v. de bindende stedenbouwkundige voorschriften van het RUP.
Dit roept ernstige vragen op over de naleving van de stedenbouwkundige regelgeving.
Er zijn ongetwijfeld goede argumenten te bedenken, zowel vóór als tegen de komst van Herakles naar Capenberg.
De normale gang van zaken zou zijn dat die argumenten aan bod komen tijdens een participatietraject met de buurt en de ruimere omgeving.
Wil men de regels aanpassen, dan hoort daar ook een openbaar onderzoek bij waarbij de inwoners eventueel hun bezwaren kunnen uiten.
Als ’t Dorp vinden we het uitermate belangrijk dat de stedenbouwkundige regels en het recht op inspraak van de bevolking worden gerespecteerd. Alleen zo kunnen we ruimtelijke ordening in onze gemeente correct en transparant houden.
Wat kan en mag er binnen een RUP? En wat niet?
Een RUP (Ruimtelijk Uitvoeringsplan) bepaalt wat er in een bepaald gebied wel en niet gedaan mag worden qua bouwen: waar, wat, hoe… Een RUP bestaat uit een grafisch plan plus een reeks stedenbouwkundige voorschriften. Die voorschriften hebben verordenende kracht. Die zijn dus bindend, die moeten gerespecteerd worden.
Het grafisch plan RUP Capenberg ziet er als volgt uit:
Voor die oker-gele zone (de punt) waar de hockey gaat komen (Artikel 3, zone 2) gelden volgende stedenbouwkundige voorschriften:
Er staat dus dat slechts 30% van het terrein “bebouwd” mag worden en dat het niet-bebouwde deel van het terrein als groene ruimte ingericht moet worden. Alleen de toegangsweg, voetweg of parking mag verhard worden.
Als we nu naar het vergunde project gaan kijken, ziet dat er als volgt uit:
Hoeveel verharding is dat (zónder toegangswegen, parking, …):
- Hockeyvelden: 13.426 m2
- groot veld 1: 6084 m²
- groot veld 2: 5776,1 m²
- klein veld: 1416 m²
- mini veld: 150 m²
- Tribune: 117 m²
- Gebouwen (sanitair + clubhuis + fietsenstalling): 3178 m²
TOTALE verharding: 16.721 m²
Dat is 47% van de totale terreinoppervlakte (35.271 m²), dus ver boven het maximum van 30%! (en dan zitten de toegangswegen, parking etc er nog niet bij)
Volgens de VCRO worden hockeyterreinen als constructies/bebouwing beschouwd, dus wordt niet voldaan aan de voorwaarde van max 30% ‘bezettingsgraad’.
Moesten we echter proberen de Boechoutse omgevingsambtenaar te volgen in zijn redenering dat enkel de ‘echte’ gebouwen meetellen bij het berekenen van de bezettingsgraad, dan blijft het probleem bestaan. Immers, volgens de voorschriften moet de niet-bebouwde oppervlakte van het terrein als groene ruimte ingericht worden en mogen enkel de wegen, parking, … verhard worden.
Een hockeyterrein, bestaande uit twee funderingslagen, een laag polyethyleen en dan kunstgras daarbovenop, kan bezwaarlijk als ‘groene ruimte’ beschouwd worden.
Dus ook als we de hockeyterreinen niet als bebouwing beschouwen, mogen ze daar niet met zo’n grote oppervlakte liggen.
Samenstelling hockeyveld
Mag er van een RUP afgeweken worden?
Het korte antwoord is neen. Het lange staat hieronder:
In België kan een overheid in bepaalde gevallen een vergunning verlenen die afwijkt van de voorschriften van een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP), maar dit is onderworpen aan strikte voorwaarden. Dit gebeurt via een procedure die bekendstaat als gemotiveerde afwijking of via het instrument van stedenbouwkundige attesten en afwijkingsmogelijkheden die in de regelgeving zijn voorzien.
Hier zijn de belangrijkste aspecten die hiermee verband houden:
1. Principe van rechtszekerheid
Een RUP is juridisch bindend, en de voorschriften hebben kracht van wet. Dit betekent dat de overheid in principe vergunningen moet verlenen in overeenstemming met de bepalingen van het RUP.
2. Afwijkingsmogelijkheden
Afwijkingen van een RUP kunnen mogelijk zijn in de volgende gevallen:
Stedenbouwkundige verordeningen: Het RUP zelf kan afwijkingsregels voorzien. Bijvoorbeeld een bepaling die aangeeft in welke mate afwijkingen mogelijk zijn.
Kleine afwijkingen: Sommige stedenbouwkundige voorschriften laten kleine afwijkingen toe als deze het algemeen belang niet schaden en mits de overheid voldoende gemotiveerd aantoontwaarom de afwijking noodzakelijk is.
Dwingende redenen van algemeen belang: Wanneer een project van groot maatschappelijk belang is (bijvoorbeeld infrastructuurwerken of milieuverbeteringen), kan een afwijking worden overwogen.
3. Procedure en motivering
Afwijkingen van een RUP vereisen een grondige juridische en stedenbouwkundige motivatie:
De overheid moet aantonen dat de afwijking noodzakelijk is en geen onredelijke schade toebrengt aan de ruimtelijke ordening.
Er moeten adviezen worden ingewonnen, bijvoorbeeld van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar of andere bevoegde organen.
Omwonenden en betrokken partijen hebben doorgaans inspraakmogelijkheden, bijvoorbeeld via openbaar onderzoek.
4. Rechtsmiddelen en controle
De verleende afwijking kan worden aangevochten bij:
De Raad voor Vergunningsbetwistingen (in Vlaanderen).
Andere juridische instanties, als blijkt dat de afwijking niet aan de wettelijke voorschriften voldoet.
Conclusie
Ja, een overheid kan in sommige gevallen een vergunning verlenen die afwijkt van een RUP, maar dit kan alleen binnen de wettelijke kaders en vereist een zorgvuldige motivering en naleving van de afwijkingsprocedures. Als burger of belanghebbende kun je dergelijke beslissingen aanvechten als je vindt dat de afwijking onterecht is verleend.
In dit dossier wijkt men (zwaar) af van het RUP, maar zegt gewoon dat het in overeenstemming is met het RUP. Dat is niet zo. De afwijking wordt bovendien niet gemotiveerd terwijl dat wel verplicht is.
Wat als ik hier niet mee akkoord ben?
Dan kan je tot 18 december beroep aantekenen bij de Antwerpse deputatie.
Meer info daarover vind je hier: https://omgevingsloketinzage.omgeving.vlaanderen.be/2024085623
Je moet in je bezwaarschrift wel aantonen dat je ‘belanghebbende’ bent d.w.z. dat de vergunning die werd afgeleverd voor jou persoonlijk gevolgen heeft. In de praktijk betekent dat meestal: dat je in de buurt woont.
Een bezwaar indienen bij de Deputatie kost bovendien € 100 per persoon. Ook dat is een extra drempel die inspraak van burgers bemoeilijkt.