In de Dreef ligt een pijpleiding die eigendom is van het Ministerie van Defensie. Waar precies, dat mogen we niet weten. Dat is een staatgeheim. (Voor wie het echt wil weten: ze staat aangeduid op dat opmetingsplan van de Holleweg dat de gemeente heeft laten opmaken ter voorbereiding van het kappen van de bomen.)
Op 9 april 2019 ontvingen de eigenaars van de Dreef een brief van het Ministerie van Defensie waarin stond dat de regels m.b.t. dat soort pijpleidingen strenger waren geworden.
Vroeger mochten er geen bomen staan op 2 meter van die leiding. Nu is dat op 5 meter aan weerszijden. De zgn. ‘voorbehouden zone’. Plus nog eens een ‘beschermde zone’ van 15m aan beide kanten waar geen ingrepen mogen gebeuren – dus ook geen bomen mogen geplant worden – zonder uitdrukkelijke toestemming van het Ministerie van Defensie.
De eigenaars kregen daarom de opdracht om een groot aantal bomen te rooien. Als je in de Dreef gaat wandelen kan je zien dat die allemaal gemarkeerd zijn met een oranje stip.
De familie Moretus, die eigenaar is van de bomen aan de Holleweg heeft het gevoel dat ze niet anders kan dan dat bevel opvolgen. De familie Reynders, eigenaar van het andere stuk van de Dreef, de zgn. Lintacker, wil dat liever niet doen.
Omdat we in de gemeenteraad maar bleven vragen stellen over die Dreef heeft schepen Kris Swaegers op 26 juni 2020 toch maar eens een mail gestuurd naar de VVSG, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, om te polsen of er niks gedaan kon worden tegen die drastische eis van de Dienst Infrastructuur van het Ministerie van Defensie. Per slot van rekening waren die bomen er eerst.
Drie dagen later al kwam het antwoord: ja, dat kon. In het advies van de VVSG worden diverse mogelijkheden opgesomd:
Als de leiding minstens 3m onder de grond zit of als ze in een koker zit, is er wettelijk geen enkel probleem. Dan mogen de bomen blijven.
Bovendien moet de erfdienstbaarheid ten voordele van zo’n leiding steeds “het gebruik waartoe de grond is bestemd” eerbiedigen. Dat lijkt hier niet het geval.
Meer nog:
“Als de aanwezigheid van de leiding en de bestemming van de grond door de grondeigenaar niet meer met elkaar te verzoenen zijn, dan biedt de wet twee mogelijke oplossingen:
- de grondeigenaar kan eisen dat de exploitant van de leiding zijn grond aankoopt
- de grondeigenaar kan de verlegging van de leidingen eisen op kosten van de exploitant”
Bovendien wijst de VVSG erop dat ‘zelfs in het extreme geval dat de exploitant van de leiding een vergunning van de rechter zou verkrijgen om te mogen kappen’, ze dan toch nog eerst verplicht zijn om een omgevingsvergunning aan te vragen bij het gemeentebestuur. Die zou dat op dat moment perfect kunnen weigeren.
Er zijn met andere woorden een hele hoop juridische mogelijkheden om zich te verzetten tegen de eisen van het ministerie van Defensie.
Voor zover wij weten heeft het bestuur nooit iets met die informatie gedaan.
Twee maanden later, op 24 augustus 2020, heeft de gemeente ook aan GSJ advocaten gevraagd of zij misschien iets van juridisch advies konden geven over de Dreef. Dat kon tegen midden september 2020, zo werd beloofd.
Omdat we daar met ’t Dorp al die tijd zijn blijven naar vragen heeft men vijf maanden later, op 3 februari 2021, toch maar eens een herinneringsmail gestuurd. Toen was het antwoord van GSJ: ‘Oei, sorry. Vergeten.’ Men ging het asap bekijken.
Blijkbaar is het behoud van de Dreef voor het gemeentebestuur geen prioriteit.
Je begint je dan ook af te vragen: 6. Kunnen we de Dreef nog redden?